Dag Rome, stad van stof en eeuwig licht,

van dichters, dromers, dronkaards en van papen

die aan de heuvels van je boezem slapen

en voor je vino rosso zijn gezwicht.

 

Dag  Rome, stad van wellust en vertier,

van hypocrieten, keizers, martelaren

Jij, die hun rijkdom, roem en schande baarde,

jij maakt nog met hun namen goede sier.

 

Maar als ik afdaal tot je catacomben

je dodenmagazijnen en je tomben

stijgt er bedompte lijklucht uit jouw schoot

 

Ave, ik schud het stof van mijn sandalen

want wie jou liefkrijgt laat jij duur betalen.

 

Elise G. Lengkeek